zondag 27 maart 2011

Beetje dom.

Iedere avond sta ik 1, 2 soms zelfs 3 pannen met spenen, flessen en kolfonderdelen uit te koken. En ik moet zeggen, ik word er een beetje simpel van. Dat bewees zich vannacht. Gisteravond bij het volgooien van de laatste pan zag ik het pipet liggen waarmee Bellefleur haar spruwmedicijn krijgt - en mikte dat er dus bij, in die pan. En toen vannacht om twee uur de wekker ging en ik naar beneden hobbelde voor het volgende medicijnshot kwam ik erachter dat het pipet wel heel steriel was, maar ook zodanig verschrompeld dat het niet meer functioneerde. Oops comes to mind.

Dus vanochtend extra vroeg, want zomertijd, naar de dichtstbijzijnde dienstdoende apotheek. Met een verschrompeld pipetje. Waar hartelijk en smakelijk gelachen werd om mijn 'beetje dom'-actie. En waar ik drie verse pipetten meekreeg. Zodat ik nog eens een foutje kan maken...

woensdag 23 maart 2011

It's all in a name.

Toen ik op twitter begon te schrijven over mijn fantastische kleine zoon realiseerde ik me al snel dat ik daar niet zijn eigen naam voor wil gebruiken. Alles wat ik nu op internet over hem gooi staat daar de rest van zijn leven en langer. Nou heeft mijn lieve zoon ook een tweede naam, eentje die perfect bij zijn karaktertje past. Storm. Soms driftig, soms druk, altijd Storm. En de verbastering naar Stormvogel... tsja, dat past gewoon. Dat past zo goed dat hij zich aangesproken en beledigd voelt als ik hem in het echte leven zo noem.

En toen kreeg ik een geweldig prinsesje erbij. En ja, die moest ook een internetalias krijgen. Want ook haar wil ik het niet aandoen dat de pestkoppen en toekomstige liefdes in haar klas alles kunnen nalezen over haar spuitluiers, haar borstmomentjes en haar schattige gebrabbel. In eerste instantie verbasterde ik haar naam tot Belle. Alleen leek dat nog veel te veel op een afkorting van haar echte naam. Eentje die ik in het echte leven ook nog eens niet wil gebruiken ook. Dus ik was er nog niet klaar mee.

Nu, vier maanden en vier dagen later kwam ik met hulp van de twitteraars uit mijn timeline eindelijk uit op haar virtuele naam. Eerst verbasterde Belle al tot Bellefleur, een naam die voelt naar Franse adel, een naam voor een prinsesje. Maar het voelde nog niet 'af', er miste nog iets. De toevoeging kwam op een hele vroege ochtend: Freule Bellefleur. Perfect. Een naam voor een prachtig mooi meisje. Een naam voor een meisje dat met haar lach de hele wereld om haar vingers windt.  Dat onderzoekend, ondeugend en soms ook zelfingenomen de wereld in kijkt. Een naam die zingt als een liefdesliedje voor een meisje dat zich als een mooie bloem in het leven ontvouwt.

Lieve Freule Bellefleur, kleine Belle, vrolijke freule, mooie bloem - hierbij geef ik jou met gepaste trots je virtuele naam.



Met dank aan een aantal twitteraars... jullie weten wie!

Spruw

De plek van mijn lief in het ouderlijk bed was nog amper ingenomen door mijn zoonlief of we stuitte weer eens op problemen. Dat is traditie namelijk, als mijn lief weg is wordt er hier van alles ziek, gaat er van alles kapot en gebeuren er allerlei andere rampen - ik lag al twee keer met een kind in het ziekenhuis terwijl mijn lief in allerijl terugkwam uit een ver ver hiervandaan.

De derde nacht alleen was een hel. Althans, voor een moeder die aan de luxe gewend is maar een nachtvoeding te hoeven geven en dan de rest van de nacht dan slapend naast haar prinsesje door mag brengen. Om elf uur kwam mijn Bellefleur al voor een borst. Althans, dat dacht ik. Na twee slokken ging het luchtalarm af... borsten was niet wat ze verzocht; speen hielp maar tijdelijk. Uiteindelijk was lichaamscontact het enige dat haar, en dus mij, enige rust gaf. In deze stoeipartij tussen een meisje met ellende en de slaap hebben we samen ieder uur op de klok gezien.

Een sprongetje. Misschien. Tandjes. Misschien.

Acht uur 's ochtends, en een normaal vrolijk meisje huilend op het aankleedkussen. Rode geïrriteerde billen: dus toch tandjes, zeg ik tegen de stormvogel. Maar terwijl ik dat zeg kijk ik in haar luidkeels geopende snaveltje en zie witte korstige eilandjes op haar lippen en in haar wangzakjes. Ai, dat wordt een rondje huisarts.

En met de via twitter snel toegeworpen adviezen over kokosbroodolie, paarse verf  Gentiaan Violet en vooral een kritische blik richting de kundigheid van huisartsen op dit front vertrokken we met zijn drieën toch eigenwijs in de richting van onze praktijk. Mijn eigenwijsheid werd beloond, helaas, mijn huisarts moet een uitzondering zijn - want waar de meeste moeders met spruwkindjes te horen krijgen dat het wel meevalt hoefde mijn huisarts maar kort te kijken om spruw in de mond te constateren. En daar stopte het niet. Ze keek ook nog in de luier van Belle en concludeerde dat de schimmel via haar maag-darmstelsel ook al op de billen beland was. Het enige dat haar kritische toets doorstond waren mijn tepels. "Maar ga die ook maar smeren, preventief."

Dus mijn meisje heeft spruw. En waar ze normaal vrolijk in haar box, reismandje en schommelstoel speelt, waar ze normaal uren per dag lekker tukt, laat ze nu duidelijk merken dat ze er allemaal niet van gediend is. Dat ze pijn in haar bekkie heeft. Dat haar billen branden. Ze wil contact. Alleen in fysiek contact met mij is het te verdragen. Alleen als ze vastgehouden en entertainend wordt, met zeer regelmatige borstmomenten in de reclameonderbrekingen, kan ze nog zuinigjes lachen.

En mijn lief is weer op reis... Ben benieuwd. Vorige keer een clusterweekeind, dit keer een spruwweekje die als het echt tegenzit wordt afgesloten met een clusterweekeind. Wat is slopender? Place your bets!