dinsdag 16 augustus 2011

Babybrabbels



Mijn lieve Belle krijgt babbels. En met de babbels krijgt ze al een heel vocabulaire. Ik herken ondertussen zes mededelingen van haar kant, een score dat me best wel een beetje trots maakt. Ik techneut met talendeuk heb mijn eerste woordenboekje geschreven.

miieehiieehiieemieemieemieehieehiee: Ik wil mama. Of ik wil de borst.
Of ik wil beide. Maar til me NU op!

MehMehMeh: Olifantentut waar ben je? Ah, olifantentut, daar ben je.
Olifantentut, ga je mee. Kijk, olifantentut, daar ligt de kat. Diverse variaties op dit thema zijn, natuurlijk, mogelijk.

smak, klak, smek [Geluiden gemaakt met de tong minstens een cm buiten de mond]: Ik zie iets waarvan ik vind dat het eetbaar is en waar ik wel trek in heb. Regel dus NU even dat ik het mag eten.

WOOOOEEEEHAAAAAAHHHHHHWOOOEEEHHWOOOEEH: Ik ben het er niet mee eens dat je dat van me afpakt, dat je me omduwt, dat dit stukje speelgoed niet doet wat ik wil, dat ik sta en niet zit, dat ik zit en niet sta, dat ik in bedje gelegd ben omdat ik moe ben.

sprrrlttrrrt [inclusief speeksel]: Stormvogel (of alternatief speelkameraadje)

sprrrlttrrrt [exclusief speeksel]: Poepbroek

zaterdag 13 augustus 2011

Het einde van de mamamelkmachine

Afgelopen week was ik ziek. Maandag en dinsdag zelfs zo dat mijn hersencellen op standby stonden. En ik er dus niet aan dacht om te kolven. En het zotte was, ik merkte het niet. Geen ploftieten, geen stuwing, geen gelek. Ja, dinsdagochtend merkte ik het, toen ik in de koelkast misgreep - geen melk. Gelukkig had ik vriezervoorraad.

Nou was dit voorheen reden geweest voor grote paniek, en een stressaanval die mijn maagontsteking een randje dichter naar de afgrond had gebracht. Maar die bleef dus uit. En toen ik dinsdag het kolven voor de tweede keer vergat was het gesprek geopend. Tussen mij en mij, tussen mij en mijn lief en tussen mij en Belle.

Hoeveel drinkt mijn meisje nou nog overdag bij me? Tsja. Twee, soms drie keer. En dan vijf minuten, max. Met de nodige onderbrekingen. (Hee, wat doet de stormvogel nou?) Maar hoeveel is dat nou echt? En wat drinkt ze op de Koe nou gemiddeld? Uhm... gemiddeld een 80cc, en de rest gaat door de gootsteen. Uitschieters daargelaten. Het zet niet echt zoden aan de dijk.

En dus viel het volledig ontspannen en logische besluit dat ik stop met kolven. Mijn meisje mag de vriezervoorraad opmaken, en dan krijgt ze daarna, als ze negen maanden en een week is, poedermelk mee naar de Koe. En het voelt ok, het voelt goed dat ik deze keuze nu maak.

Overdag, thuis, krijgt ze met de lunch ook een kleine fles poedermelk, 120cc. En verder mag ze gewoon haar mama-comfort blijven halen. Zolang mijn borsten die onbalans tussen de dagen van de week toestaan. En volgens mij loopt die onbalans wel los, dus dat komt wel goed.

En de avondvoeding en nachtvoeding, die houden we er lekker nog even in. Ze is nog lang geen 1.

vrijdag 5 augustus 2011

Het einde van een fase (1)


Mijn lieve kleine freule, mijn mooie bloeiende bloem. Wat ga je hard kleine meid; wat word je ontzettend snel groot! Zitten en kruipen en staan doe je alweer een tijdje, zodanig dat je al vol zelfvertrouwen rondscharrelt door huis en tuin. Dat je je een paar weken geleden voor het eerst optrok tot staan aan je little people boerderij, daar ben ik ondertussen ook alweer van bijgekomen. Ik verdedig het niet meer als 'verticaal kruipen' maar vertel trots dat, ja, mijn kleine meid staat al. En dan moet ik je af en toe wel verdedigen hoor, want sommige mensen vinden het belachelijk dat een kind onder de zes maanden al zoveel kan. Maar, *schraap keel*, je bent al bijna acht maanden, je bent gewoon een prachtig mooi klein en fijn poppetje.



Je bent nu acht maanden en twee weken en een dag oud en je stapt trots langs de bank, papa's been en de salonkist. Je zit niet meer in je schommelstoel. En ook de box heeft zijn charme verloren. Dit weekeind moet de bezem er maar eens door. Door de woonkamer, de keuken, de slaapkamer en uiteindelijk ook door mijn hart. Want je bent geen kleine baby meer. Officieel ben je misschien nog lang geen dreumes, maar, lieve kleine dreutel van me, je bent allang geen kleine baby meer. Je groeit, je rent, je vliegt... het is een groot plezier om naar je te mogen kijken, naar elke ontdekking die je doet. En ik heb bewondering voor die ontzettende ontdekkingsdrang van je, de drang om te ontdekken wat er na de volgende hobbel te vinden zal zijn.


zondag 8 mei 2011

Het GROTE ETEN

Vorige week, tijdens een BBQ, hebben wij de freule een stuk komkommer in haar knuistje geduwd om met deze koele stevige tool haar tandjespijn te kunnen verlichten. O, wat vond ze dat mooi. En zowaar, ze kreeg zelfs behoorlijk wat komkommer binnen.

Nou was ik wel voornemens om de freule aan Rapley light te onderwerpen. Ik ben te onzeker en te benauwd om ons meiske niet van een dosis geblenderd voedsel te voorzien - een soort van minimale portie moet er toch wel in. En blijkbaar was de tijd daar om ermee te beginnen. Dat ze de zes maanden op anderhalve week na niet redt moet dan de pret niet drukken. En dus was dit voor onze freule toch wel het weekeind van het GROTE ETEN.

Onze holle bolle meid at ontelbaar veel stukjes komkommer, een stuk gele paprika, vier broccoli roosjes, twee parten peer en twee pakjes liga-koeken. En daarnaast gewoon haar schaaltje fruitprut en haar bakje groentemoes, met als toetje wat snoepen aan de vla van papa en de yoghurt van mama. En had toen nog steeds genoeg plek vrij om met regelmaat lekker bij haar moeder te drinken.

Dus. Mijn meiske heeft een tand. En mijn meiske eet. Eet fors. En ik ben alleen maar trots.

dinsdag 26 april 2011

Ho nou, stop nou, niet zo snel...

Mijn lieve kleine moppie, mijn krachtige freule Bellefleur. Ze wordt alweer groot, groter dan een zuigeling, groter dan een pasgeboren wurmpje. En ik kijk er met weemoed naar. Ho nou, stop nou, niet zo snel... lieve meid, je hebt alle tijd.

  • Maar Bellefleur rolt, van buik naar rug en als ze zich verplaatsen wil door naar de buik, en de rug en de buik.
  • En Bellefleur kronkelt en trappelt en gilt zichzelf in een slangenbeweging voorwaarts, daarheen waar ze heen wil.
  • Belle ligt op haar buik, drukt zich op, steunt op haar ellebogen en pakt het speelgoed dat ze hebben wil
  • En nog erger, Belle, mijn kleine meiske, draait zich op haar zij of buik, raapt haar speen op en stopt die zelf (terug) in haar mondje
  • Om vervolgens op haar zij gerold in slaap te vallen. Mijn kleine schatje ligt niet meer stil, maar slaapt tegenwoordig in foetushouding. Rustig dwars in haar wiegje gepropt.


  • Ze trappelt zichzelf in mijn handen naar staan, en staat dan rustig tien tellen stabiel om zich heen te kijken.
  • Ze eist dat ze zittend kan spelen, en dat ze zittend in 30 seconden tot een calzone afglijdt vindt ze niet erg.

  • Mijn lieve kleine meid eet als een bootwerker, en eist meer en verkondigt dat ze ook stukjeseten van onze borden wil
  • Mijn kleine lieve moppie woog afgelopen vrijdag bij het consternatiebureau de maffia 5760 grammen en was alweer 63 cm lang

Mijn krachtige freule, ze weet wat ze wil. Eist het op, verkondigt het aan de wereld. En ze wil groot worden. Bestudeert met intense blik de grotere kindjes op de Koe, en vraagt aan haar grote broer goedkeuring voor haar prestaties. Ze beseft zich dondersgoed dat oefening de weg naar perfectie is en legt zich 24 uur per dag toe op deze continue oefening. En moeders? Die kan het niet meer bijbenen, wenst dat ze een weckpot had, wou dat ze wist waar de noodrem zat. Ik ben nog niet klaar met deze fase.

Toch wel sterk, dat het afsluiten van de fases zoveel moeilijker is bij een tweede kind dan bij een eerste. Bij de stormvogel stonden wij juichend langs de zijlijn bij iedere stap die hij voorwaarts zette. Ubertrots waren wij toen hij zat met vier maanden, en liep met tien maanden. En nu,heb ik moiete met het afsluiten van de fases van zwangerschap, geboorte en kleine baby. Moeite om me erbij neer te leggen dat het allemaal nooit meer terug komt. Zelfs mijn lief zei vanavond: over drie jaar toch weer eentje maken? Uhm... ja?!


Maar nee, het is goed zo. Ik heb een perfect gezin in een perfect huis. En ja, dat klinkt burgerlijk, oubollig en truttig, maar ik ben intens gelukkig. Een derde kind zou voor mij een te groot risico vormen op dat geluk - met mijn extreme bekkeninstabiliteit is de kans reeel aanwezig dat mijn bekken een derde niet overleeft, dat herstel geen optie meer is, en deze moeder blijvend invalide wordt. En je weet nooit hoe een derde in het pact zou passen dat tussen de stormvogel en de freule al is gesmeed. Nee echt, het is goed zo.

En toch...


Afgelopen nacht lag ik naar haar te kijken terwijl ze droomde. Zeker tien gezichtsuitdrukkingen per minuut trokken langs. Lachen, lachen, eten, lachen, eten, eten, huilen, eten, lachen. Ondertussen trappelde een voetje de ritmische cadans van pret, terwijl de handjes zich ontvouwde en opvouwde als bloemen in de zon. Ze heeft het er druk mee! Als ik vannacht nou eens met haar meedroom, lukt het me dan om met haar mee te groeien en deze fases af te sluiten?

donderdag 7 april 2011

Proeven en eten

Mijn kleine meisje zag het wel zitten, dat eten. Als zij bij ons op schoot zat tijdens het avondeten werd en driftig gekeken, gesmakt en vooral gekwijld. Dus doopte mijn lief zijn pink in de vanille vla en liet dat aan ons meisje proeven. Twee grote ogen, twee driftig trappelende voetjes. Dat vond de freule wel wat.

Het kon natuurlijk niet bij proeven blijven. De keren dat ze na het vla-experiment bij ons op schoot zat trok ze met een Hercules inspanning haar buikspieren hard aan om zo haar snoetje in dat bord vol heerlijkheden in te graven. Althans, ik denk dat ze daar op mikte. Want in de praktijk zou dat voorhoofd en tafelrand betekenen, ware het niet dat wij gelukkig oplettend genoeg zijn.

Dus. Deze dame is rijp voor eten. Vindt ze. En dus gaat moeders ook voor haar koken.

Aangezien ik voor een aantal dingen allergisch ben zouden we het beste met groente kunnen beginnen, zeggen ze. Daarbij gaan ze er natuurlijk volledig aan voorbij dat mijn allergien niets met fruit te maken hebben, maar soit. Worteltjes it is. Drie worteltjes gestoomd en geblenderd. Een meisje achter een overgrote slab. En met het aanvliegen van een lepeltje werd gehijgd van blijheid en getrappeld van anticipatie. En met het afhappen van het lepeltje werden de ogen groot. Worteltjes, hoera! En na twee keer smakken werden de wortels weer vakkundig naar buiten gebonjourd. Blegh, worteltjes. Het gehele theater heeft zich een hap of wat herhaald, waarna mijn meiske heerlijk tevreden is gaan slapen.

Inmiddels zijn we een week verder. Mijn meisje geniet van bloemkool, broccoli, sperzieboontjes met tomaat, snijboontjes en wortel. Met overal lekker een stuk aardappel bij. En eet daar stevige porties van - drie eetlepels vol is niets.

Maar wat nou zo grappig is. Ze geniet van haar groenten. Maar met fruit, lekker zoet fruit, hoef je niet bij haar aan te komen.

zondag 27 maart 2011

Beetje dom.

Iedere avond sta ik 1, 2 soms zelfs 3 pannen met spenen, flessen en kolfonderdelen uit te koken. En ik moet zeggen, ik word er een beetje simpel van. Dat bewees zich vannacht. Gisteravond bij het volgooien van de laatste pan zag ik het pipet liggen waarmee Bellefleur haar spruwmedicijn krijgt - en mikte dat er dus bij, in die pan. En toen vannacht om twee uur de wekker ging en ik naar beneden hobbelde voor het volgende medicijnshot kwam ik erachter dat het pipet wel heel steriel was, maar ook zodanig verschrompeld dat het niet meer functioneerde. Oops comes to mind.

Dus vanochtend extra vroeg, want zomertijd, naar de dichtstbijzijnde dienstdoende apotheek. Met een verschrompeld pipetje. Waar hartelijk en smakelijk gelachen werd om mijn 'beetje dom'-actie. En waar ik drie verse pipetten meekreeg. Zodat ik nog eens een foutje kan maken...

woensdag 23 maart 2011

It's all in a name.

Toen ik op twitter begon te schrijven over mijn fantastische kleine zoon realiseerde ik me al snel dat ik daar niet zijn eigen naam voor wil gebruiken. Alles wat ik nu op internet over hem gooi staat daar de rest van zijn leven en langer. Nou heeft mijn lieve zoon ook een tweede naam, eentje die perfect bij zijn karaktertje past. Storm. Soms driftig, soms druk, altijd Storm. En de verbastering naar Stormvogel... tsja, dat past gewoon. Dat past zo goed dat hij zich aangesproken en beledigd voelt als ik hem in het echte leven zo noem.

En toen kreeg ik een geweldig prinsesje erbij. En ja, die moest ook een internetalias krijgen. Want ook haar wil ik het niet aandoen dat de pestkoppen en toekomstige liefdes in haar klas alles kunnen nalezen over haar spuitluiers, haar borstmomentjes en haar schattige gebrabbel. In eerste instantie verbasterde ik haar naam tot Belle. Alleen leek dat nog veel te veel op een afkorting van haar echte naam. Eentje die ik in het echte leven ook nog eens niet wil gebruiken ook. Dus ik was er nog niet klaar mee.

Nu, vier maanden en vier dagen later kwam ik met hulp van de twitteraars uit mijn timeline eindelijk uit op haar virtuele naam. Eerst verbasterde Belle al tot Bellefleur, een naam die voelt naar Franse adel, een naam voor een prinsesje. Maar het voelde nog niet 'af', er miste nog iets. De toevoeging kwam op een hele vroege ochtend: Freule Bellefleur. Perfect. Een naam voor een prachtig mooi meisje. Een naam voor een meisje dat met haar lach de hele wereld om haar vingers windt.  Dat onderzoekend, ondeugend en soms ook zelfingenomen de wereld in kijkt. Een naam die zingt als een liefdesliedje voor een meisje dat zich als een mooie bloem in het leven ontvouwt.

Lieve Freule Bellefleur, kleine Belle, vrolijke freule, mooie bloem - hierbij geef ik jou met gepaste trots je virtuele naam.



Met dank aan een aantal twitteraars... jullie weten wie!

Spruw

De plek van mijn lief in het ouderlijk bed was nog amper ingenomen door mijn zoonlief of we stuitte weer eens op problemen. Dat is traditie namelijk, als mijn lief weg is wordt er hier van alles ziek, gaat er van alles kapot en gebeuren er allerlei andere rampen - ik lag al twee keer met een kind in het ziekenhuis terwijl mijn lief in allerijl terugkwam uit een ver ver hiervandaan.

De derde nacht alleen was een hel. Althans, voor een moeder die aan de luxe gewend is maar een nachtvoeding te hoeven geven en dan de rest van de nacht dan slapend naast haar prinsesje door mag brengen. Om elf uur kwam mijn Bellefleur al voor een borst. Althans, dat dacht ik. Na twee slokken ging het luchtalarm af... borsten was niet wat ze verzocht; speen hielp maar tijdelijk. Uiteindelijk was lichaamscontact het enige dat haar, en dus mij, enige rust gaf. In deze stoeipartij tussen een meisje met ellende en de slaap hebben we samen ieder uur op de klok gezien.

Een sprongetje. Misschien. Tandjes. Misschien.

Acht uur 's ochtends, en een normaal vrolijk meisje huilend op het aankleedkussen. Rode geïrriteerde billen: dus toch tandjes, zeg ik tegen de stormvogel. Maar terwijl ik dat zeg kijk ik in haar luidkeels geopende snaveltje en zie witte korstige eilandjes op haar lippen en in haar wangzakjes. Ai, dat wordt een rondje huisarts.

En met de via twitter snel toegeworpen adviezen over kokosbroodolie, paarse verf  Gentiaan Violet en vooral een kritische blik richting de kundigheid van huisartsen op dit front vertrokken we met zijn drieën toch eigenwijs in de richting van onze praktijk. Mijn eigenwijsheid werd beloond, helaas, mijn huisarts moet een uitzondering zijn - want waar de meeste moeders met spruwkindjes te horen krijgen dat het wel meevalt hoefde mijn huisarts maar kort te kijken om spruw in de mond te constateren. En daar stopte het niet. Ze keek ook nog in de luier van Belle en concludeerde dat de schimmel via haar maag-darmstelsel ook al op de billen beland was. Het enige dat haar kritische toets doorstond waren mijn tepels. "Maar ga die ook maar smeren, preventief."

Dus mijn meisje heeft spruw. En waar ze normaal vrolijk in haar box, reismandje en schommelstoel speelt, waar ze normaal uren per dag lekker tukt, laat ze nu duidelijk merken dat ze er allemaal niet van gediend is. Dat ze pijn in haar bekkie heeft. Dat haar billen branden. Ze wil contact. Alleen in fysiek contact met mij is het te verdragen. Alleen als ze vastgehouden en entertainend wordt, met zeer regelmatige borstmomenten in de reclameonderbrekingen, kan ze nog zuinigjes lachen.

En mijn lief is weer op reis... Ben benieuwd. Vorige keer een clusterweekeind, dit keer een spruwweekje die als het echt tegenzit wordt afgesloten met een clusterweekeind. Wat is slopender? Place your bets!

zaterdag 26 februari 2011

Ik wil en ik zal en ik moet.

De spreekwoordelijke inkt op mijn blog over kolven was nog niet droog of er gebeurde iets. Of beter gezegd er gebeurde iets iets minder. Ik zag de afgelopen week bij het kolven mijn productie hard teruglopen. Halveren. En niet alleen bij het kolven merkte ik dat - ook aan de borst was het meisje onrustiger en feller en kwam ze er jammerend af.

Borstvoeding. Dat het na de opstart gewoon doorloopt beschouw je toch wel een beetje als vanzelfsprekend. Nou, toen ik donderdagochtend na het kolven eens naar de opbrengst keek kon ik wel janken. Het was niet vanzelfsprekend. Wat ook niet vanzelfsprekend was, is dat ik al een beetje ontzwangerd ben. Het lage kolfresultaat samen met de resterende hormonen waren genoeg voor een full-fledge zwangerschapspaniekaanval: ik wil en ik zal en ik moet dat meisje aan de borst houden. Niet omdat borstvoeding zo gezond is, en al dat andere gezeik van de maffia (excuse my French), maar puur en simpel omdat ik zo van die momenten geniet.

Gelukkig werkte ik die dag thuis - zo'n zware paniekaanval om niks durf ik mijn collega's niet aan te doen. Of beter gezegd - dan zou ik ze nooit meer onder ogen durven te komen.

En gelukkig was er mailcontact met de vent-op-reis. Die bij mij de herinnering triggerde aan twitter, de andere moeders die ik daar volg, maar vooral ook de lactatiekundige die ik daar volg. Daar had ik in mijn resterende zwangerschapshormoon geinduceerde paniek nog geen enkele hartslag aan gedacht.

Klikkerteklik, twitter.

Wat fijn dat er op een medium als twitter zoveel mensen zijn die je a) nog nooit gezien of gesproken hebt maar die wel b) te hulp schieten als je vragen hebt. En wat een schatten trof ik weer.
Missie 1: panisch rondrennende moeder kalmeren. Zo tegen vieren was dat wel gelukt. Trillend en wel was ik tot een halt gekomen op de website van de moedermelkstichting, waar ik meteen maar een nieuwe Rolls Royce kolf bestelde. Om er maar alles aan gedaan te hebben om ervoor te zorgen dat kolven niet meer leidt tot terugloop van de borstvoeding.
Missie 2: de trillende moeder onttrillen. Oftewel, lekker even mijn kleine helden uit de Koe ophalen. Easypeasy. Nou ja, easy... met tranen in mijn ogen. Want mijn prinsesje had wel weer even 150 cc extra kunstvoeding tot zich geeist; en de nieuwe voorraad borstvoeding was nog kleiner.
Missie 3: de kalme moeder van een concreet stappenplan voorzien om in een weekeind tijd de borstvoeding weer tot een voldoende niveau op te krikken. Zodat die kolf volgende week ook wat te doen heeft. En dat meisje weer voldoende borstvoeding meekrijgt naar de Koe. Dat plan ligt er: clustervoeden. Oftewel, iedere anderhalf uur voeden. In ieder geval 48 uur lang.

Vrijdagmiddag begonnen en inmiddels 31 uur verder... clustervoeden is slopend. Niet vanwege het voeden - nee, stiekum is het heerlijk dat meisje ieder anderhalf uur tegen me aan te mogen leggen. Het is zo slopend doordat de rest van de wereld niet even stil gaat staan zodat m'n meisje en ik dit kunnen regelen. En het is slopend doordat ik 31 uur later nog niet het idee heb dat die theezakjes alweer wat beter gevuld zijn.

Maar goed. Ik moet en ik zal en ik wil optimistisch blijven. De 48 uur zijn nog lang niet voorbij. Eerst maar weer een voeding, en dan de nacht in. En dan hoop ik dat morgenmiddag Lola Ferrari aanbelt, ze is meer dan welkom!

dinsdag 22 februari 2011

De dubieuze geneugtes van borstvoeding

Toen mijn grote stoere knul nog een klein kruimeltje was heb ik lang en heftig strijd met hem gevoerd over mijn borsten. Ik wilde hem graag borstvoeding geven want had gehoord dat borstvoeding goed was; hij wilde niets te maken hebben met die dingen die door de verschillende kraamzorgen in zijn mondje werden geperst. Het was uiteindelijk een opluchting om na twee maanden de borstvoeding af te bouwen en eindelijk weer samen met dat kereltje tot rust te komen.

Nu heb ik een tweede kans gekregen met mijn kleine prinsesje. En mijn lieve kleine meisje blijkt een prachtvoorbeeld van een echte borstbaby. Het maakt niet uit in welke positie en op welke snelheid ze een borst passeert... ze fixeert zich erop en pitbullt zich eraan vast. Een klein fel kikkertje noemde de verloskundige haar.

Als mijn kleine felle kikkertje dan haar maagje voor een goed deel gevuld heeft verschuift het borstmoment van een intensief barracuda festival naar een gezellig borreluurtje. Mijn meiske hapt en trekt en sabbelt wat. Laat de borst los om met een volle melkmond uitbundig naar me te lachen. Zoekt de borst weer op. Soest wat met een tepel in haar mond. Gezellig, ontspannen, samen. En ik moet vooral niet denken dat ik de handel weer kan inpakken... dat levert een felle strijd op totdat de piranha zich weer aan heeft mogen koppelen.

Zo'n mooi drinkend meisje, die wil ik nog niet van mijn borst vervreemden. Het voelt goed om haar dit te geven. Het voelt heerlijk dit voor haar te doen. En dan is de keuze voor mij ook wel duidelijk... ik moet kolven op mijn werk. En dat is toch een aparte bezigheid.

In mijn agenda staan twee blokken van een half uur geblokkeerd voor het kolven. Zo help ik mezelf met mijn planning, en zorg ik dat die tijd niet door andere hebberds ingenomen wordt. Iedereen die met mij een afspraak wil maken ziet dus staan "kolven", iedere dag, twee keer per dag. En iedereen die de afspraak niet in mijn agenda gepropt krijgt stuurt mij een mailtje of ik flexibel kan zijn met mijn kolfmomentje.

Ben ik aan gewend.

Twee keer per dag sluit ik mijn PC af en vertrek met een neutraal zwart tasje naar beneden. Nou, ze hadden net zo goed twee grote uitbundige tieten op dat tasje kunnen borduren... iedereen weet toch wel wat daar in zit, en wat ik ga doen.

Ben ik ondertussen aan gewend.

Vervolgens kom ik beneden bij de kolfkamer. Een steriel wit hok van zo'n 8m2 dat we met 10 dames delen. Een kamertje met een koelkast die zich soms op haast mysterieuze wijze gedurende de dag met flesjes melk en thermostassen vult. Waarbij mijn potjes jammer genoeg wat karig afsteken tegen andere goed gevulde flesjes.

Ben ik ondertussen aan gewend.

En dan is het natuurlijk ook logisch dat als je met z'n 10-en een kolfkamer deelt het ook gebeurt dat je samen zit te kolven. En met de ene kolf-partner in stilzwijgen al doortwitterend aan je melkproductie kan werken, met de andere kolf-partner uitgebreid over kinderen praat, en met de volgende kolf-partner over de projecten waaraan je werkt.

Ben ik ondertussen ook aan gewend.

Maar waar ik echt niet aan kan wennen is die herrie geproduceerd door de verzameling kolven. De rammelende, reutelende, ratelende hijgers die wij kolvende dames aan onze borsten hangen. Ik moet nog altijd de neiging onderdrukken te gaan loeien als de melkmachines op volle tilt gaande zijn.

Ach, dat koven... volgens mij ga ik dat wel overleven. Nog even. Ik hoop in ieder geval tot mijn meiske zes maanden is. En daarna... Ach, dan zie ik wel weer verder.

dinsdag 8 februari 2011

Waar ik niet bij stil stond...

Als het even kon, zo had ik bedacht, wilde ik onze kleine Belle toch minimaal zes maanden borstvoeding geven. En dat betekent natuurlijk dat ik zou moeten gaan kolven op de dagen dat ik werk en Belle nog geen zes maanden is. En dat ik me daar af en toe ongemakkelijk bij zou voelen. En dat niet iedere locatie waar ik kom een even prettige ruimte heeft. En dat de kolfopbrengst mij zorgen zou baren op tijden dat ik afgeleid ben, gestrest ben of niet helemaal lekker ben. Dat had ik me allemaal bedacht.

Wat ik me niet bedacht had is dat het ook zou betekenen dat ik ook zou moeten kolven op dagen dat ik ziek ben en het meisje nog geen zes maanden is. Dat ik terwijl mijn hoofd draait van de koorts en mijn maag van de griep de melkmachine ook zou moeten aankoppelen. En dat dit niet liggend kan, omdat de kolf anders alleen de tepel van een badje ezelinnenmelk voorziet en er niks in het flesje komt. Dat had ik me allemaal niet bedacht.

En dan ben ik nog niet eens aan het werk. Wat voor hindernissen en verrassingen staan mij vanaf as. donderdag nog meer te verwachten?

Gelukkig komt mijn meisje zo thuis. Die kan een stuk beter overweg met een liggende, draaierige mams.

donderdag 27 januari 2011

Rockers

De stormvogel doet zijn (tweede) naam Storm met regelmaat eer aan. Het is een heerlijk energiek manneke; die sterk gericht op het fysieke door het leven rent, vliegt en stuitert. Vanochtend liet hij ook in de auto weer eens weten dat hij niet van rustig houdt. Met Guns 'n Roses op de radio was kreeg ik het verzoek 'harder', 'Harder', 'HARDER' van de achterbank, net zo lang tot dit gebrulde verzoek niet meer over de muziek heen kwam. En zo blaast de auto met moeder en zoon niet alleen omdat moeders van doorrijden houdt, maar ook omdat de boxen weer eens op maximaal vermogen getest worden.

Ja, dit jongetje danst met zijn vriendjes op het Koetje op K3 en ander Plopsagruwel. En dat doet hij thuis ook, soms. Maar zijn voorkeur gaat overduidelijk en met regelmaat uit naar rock inclusief de gebruikelijke dansbewegingen, hoe harder en ruiger hoe liever.

Had ik me erbij neergelegd dat ik de moeder van een kleine rocker ben, liet Belle vanochtend ook merken dat ze de wat ruigere rock op prijs kan stellen. Het meiske dat zich normalitair brullend in de maxicosi liet vervoeren was oorverdovend stil. Ja, bedacht ik me, ze is ook niet dom... ze weet dat ze niet boven deze herrie uitkomt. Thuis de proef op de som genomen, en Guns 'n Roses in de CD speler geduwd. En terwijl moeders meezong met 'Don't you cry tonight' werd ik getrakteerd op de meest stralende glimlach ooit. En bij 'There's a heaven above you baby' kraaide ze het uit van plezier.

Hoe komt dit pop-meisje nou aan twee ROCKERS van kinderen???

Doet me denken aan deze. Maar dat vinden zij natuurlijk te zacht. Heb ik weer. :-)

woensdag 26 januari 2011

De geboorte van een meisjesmoeder.

Vier jaar geleden was ik zwanger van de stormvogel. Met een groeiende buik had ik veel dromen en verwachtingen aan die kleine gup die daarbinnen rondzwom. Wat hoopte ik dat hij een jongen, een manneke, een binkie zou zijn. Want ik kon mijzelf toch echt niet als meisjesmoeder zien. Ik was toch meer een jongensmoeder? Altijd aan het klussen. Wars van strikjes, lintjes, ruches, kant of andere opsmuk. Niet in het bezit van make-up of haartrutterijen. Nee, dat getut, daar zou ik niet gelukkiger van kunnen worden.

En mijn droom werd bewaarheid. Op 11 oktober 2007 legde mijn eigen lief een prachtig klein kereltje voor het eerst op mijn buik. Wat een prachtdroom. Een jongen vol energie. Stoeien, rennen, klussen, verbouwen, sleutelen. Ook een jongen die graag in de keuken staat en een geweldige ijdeltuit is. Maar een echte jongen desalniettemin. Ik genoot van mijn rol als jongensmoeder. Trots op zijn eerste blauwe oog. Bevreesd voor zijn eerste gebroken arm.

Toen werd er in huize KvW gesproken over een tweede kind. En stiekem van binnen hoopte ik dat de tweede dan toch een meisje zou worden. Dat ik de kans zou krijgen ook de rol van meisjesmoeder te ervaren. Ik werd zwanger. Ziek, zwak en misselijk. En boven de WC pot realiseerde ik me dat dit niets anders kon zijn dan een meisjeszwangerschap. Vraag me niet waarom, die wetenschap vloog bij mij naar binnen terwijl het ontbijt de omgekeerde route volgde.

Ik vertelde mijn droom en mijn verwachting aan vele toehoorders, maar kon niet anders dan wachten tot de besteldatum van mijn kindje om te zien of mijn beeld klopte. Nou ja, niet anders? Ik kon prima bij verschillende winkels en webwinkels de allermooiste meisjeskleren kopen voor mijn droom. Want ik was stellig overtuigd van mijn gelijk. Terwijl de rest van de wereld mij vertelde dat ik moest afwachten had ik mijn hele beeld en haar hele klerenkast al ingekleurd. En terwijl ik bij de zwangerschap van de stormvogel iedereen die het maar wilde horen vertelde dat als hij al een meisje zou zijn hij geen roze, geen rokjes, geen strikjes, geen trutjes aan zou krijgen, deed nu roze de intrede in huize KvW.

Ik moet toch wel de geweldigste geluksvogel op de wereld zijn, want ook deze droom werd waar. 18 november 2010 kreeg ik mijn kleine mooie meiske voor het eerst op mijn borst gelegd. Ik heb wel tien keer onder de doek gekeken of het klopte. Ja, het klopte. Ik was moeder van een dochter.


En vanochtend keek ik in het mandje van mijn dochter, en zag ik dat ik ook een echte meisjesmoeder kan zijn. Mijn kleine stoere meid heeft haar eerste rokje aan.

En als ik nu in de klerenkast van mijn Belle kijk zie ik roze en paars, ruches, kant en strikjes. In de la liggen lieve haarspeldjes te wachten op langere lokken haar. Deze meisjesmoeder is helemaal los, en geniet ook daar volop van.

dinsdag 25 januari 2011

Moeders wenochtend op de kinderopvang

En dan is het zover, dan breng je ook je tweede kind 's ochtends naar de kinderopvang. En iedereen, van de buurvrouw, tot de juffen, tot het gezelschap op twitter wenst je succes en sterkte. OK, schijnbaar heb ik dat nodig... al die harten onder mijn riem. Maar heb ik dat wel?

Drie jaar terug bracht ik onze stormvogel voor het eerst naar het Koetje. Een kinderopvang waar ons manneke samen met een ander jongetje de eerste twee klantjes waren. Wat had ik het moeilijk, om mijn kleine manneke daar achter te laten...

 ...Het manneke dat al drie maanden lang huilde tenzij hij rondgedragen werd in de aardappelzakhouding. Krampjes dacht iedereen. Nou geloof me, we hadden het liever over KRAMPEN, dat was realistischer.

 ...Het manneke dat nog weinig vermaakmogelijkheden ontdekt had, doordat hij ieder wakend uur brullend doorbracht. Oftewel het manneke dat in mijn beleving 24-uursaandacht nodig had.

 ...Het manneke dat mijn eerste kind was, en die samen met mij de ontdekkingsreis aan het maken was wie ik kon zijn als moeder. En ik wist niet of ik dat wel kon, werkende moeder zijn. Of deze stap in het moederschap de juiste was.

Nu, drie jaar later, bracht ik zijn kleine zusje voor het eerst naar de kinderopvang. Een geweldige opvang op een boerderij waar de kinderen in de regel in de buitenlucht spelen, tussen de kippen, koeien, paarden, schapen en konijnen ronddartellen. En onder de modder en koeienpoep thuiskomen en driftig vertellen dat konijnenkeutels anders smaken dan drop.

En ik breng een kleine meiske naar de opvang dat lekker vrolijk kletst tegen het speelgoed. Een meiske dat lief lacht naar alles wat beweegt. Of stilstaat. Een meiske die prima in staat is om alle juffen om haar vingertjes te winden en meer dan alle zorg en liefde op te eisen die ze nodig heeft om een grote stoere kleuter te worden in de vier jaar tijd dat ze daar is.

Nee, ik had het vanochtend niet moeilijk om mijn kleine prinsesje op het Koetje achter te laten. Ze is in zeer goede handen en kan het als persoontje prima aan. Waar ik wel moeite mee had? Om aan het einde van de ochtend haar kleine slapende lijfje uit de handen van haar verliefde juf te peuteren. Om vervolgens haar jasje aan te doen, wat in haar ogen gelijk staat aan marteling. En om haar in de maxi cosi mee naar huis te nemen, wat voor haar gelijk staat aan foltering.

Wat een grenzenloos verschil... Ligt het aan mij? Ben ik gegroeid als moeder dat ik kan loslaten? Of ben ik gekrompen als moeder dat ik haar zomaar kan afstaan? Ik hou het er maar op dat ik moeder ben van twee geweldige kinderen, die de wereld aangaan zoals het is.